zondag 28 augustus 2011

Mijn triathlon

Niets is onmogelijk.
Dat was mijn gedachte toen ik aan triathlon begon. Sporten heb ik altijd met veel plezier gedaan maar miste de uitdaging. De vele verhalen over het trainen, de wedstrijden en de overwinningen, ik vond ze allemaal even mooi. Dat ga ik ook doen. Mijn sport naar de next level brengen, mijn nieuwe uitdaging.

Een half jaar trainen leek me redelijk om een 1/4 triathlon te doen (1km zwemmen, 40km fietsen, 10km lopen). Ik heb getraind naar eer en geweten. Leerde zwemmen zodat ik minstens 1,5km borstcrawl achter elkaar kon, ben buiten op de racefiets kilometers gaan maken en begon opnieuw met hardlopen. Alles liep goed behalve het hardlopen. Meteen aan het begin te hard gegaan en liep een knieblessure op. Van alles gedaan: rust, fysio, op de loopband, krachttraining en uiteindelijk naar de sportarts. Ik moest rustig aan opbouwen maar mijn eerste triathlon wedstrijd kwam er aan, 26 juni Triathlon Gendt. Dus toch doorgegaan met lopen, misschien wel tegen beter weten in... Om een eerste triathlon te doen is Gendt fantastisch. Veel publiek, enthousiasme en aanmoedigingen. Volop genieten dat stond voorop!


Maar toch, voor de wedstrijd schijt ik zeven kleuren... waar moeten ik alles neerleggen, is het parcours goed aangegeven, heb ik wel genoeg gegeten? Zal ik nog één keer gaan plassen? Gewoon rustig ademhalen. Wetsuit aan en naar de start zwemmen. Check, pak zit goed. Ik sta daar tussen 180 mensen te dringen aan de waterkant. Eén minuut voor de start, help! Waar begin ik aan! Ik durf niet meer op mijn hartslagmeter te kijken... Dan gaat het kanon, and off we go! Geen weg meer terug, gewoon gaan! Gaan! Ik heb heel wat ledematen ontweken en was met een mooie tijd uit het water. Mijn blote voeten klatsen op de grond terwijl ik rennend mijn pak uittrek en naar m'n fiets loop. Snelle wissel en fietsen maar.
Zo, even een beetje rust. Ademhaling probeer ik te reguleren. Blijf in je ritme. Drink genoeg. Moet ik al eten of niet? Met dit gemiddelde doe ik er nog zo lang over... en maar rekenen. Je kop hoort leeg te zijn zeggen ze dan... nou dat lukt dus mooi niet. Ik kom weer in het centrum en zie m'n ouders en vrienden staan. Schreeuwend, juichend, aanmoedigend. Dit is leuk zeg, fantastisch! Mijn lach is weer terug. Ik rij nog steeds constante rondjes, niet verkeerd voor de eerste keer. In de laatste ronde begint de mallemolen in mijn hoofd weer. Ik moet zo gaan lopen. Ik zie er tegenop. Al die tijd tijdens het trainen ging het niet. Misschien een slechte generale en gaat het nu goed, hou ik me maar voor. Trek snel mijn loopschoenen aan en begin rustig aan te lopen. Kalm aan. Kom er even rustig in. Nu linksaf, daarna naar rechts. Hé mijn supports staan er weer! Daar krijg ik energie van! Maar ik ben de bocht om en kom totaal niet in m'n ritme. Even lopen. Focus. Je kunt echt wel een paar goede rondjes maken. Kom op, nog een keer proberen. Ik neem het parcours stap voor stap in me op. Daar de mensen met de versierde tuin, daar het grasveldje, dan de kerk, dan de man die me aanspoort te blijven lopen. Ze staan allemaal te roepen alsof ze me kennen en niets liever willen dan dat ik het haal. Wauw, wat een enthousiasme, wat een aanmoedigingen! Daar word ik echt blij van. Gewoon blijven lachen. Geniet! Na een kilometer of 5 kom ik er een beetje in. Mijn knie wil niet mee, stijfjes. Kanonnen, wat is het warm! De zon brand op m'n hoofd. Goddank dat overal mensen en kinderen water aangeven. Sponzen zijn opeens een hele uitvinding. Ik zie andere lopers om de zoveel tijd trekken met hun been, kramp. Blijf drinken, krijg geen kramp. Bij iedere ronde zie ik m'n ouders op een andere plek staan om me aan te moedigen. Wat geweldig dat ze dit doen! Daar krijg ik weer kracht door. Mijn knie begint nu echt pijn te doen. Ik zak er een beetje doorheen. Shit mijn knie. Pijn. Shit. Kom op lopen nou. Ik word boos op mezelf. Niet opgeven. Doorgaan. Je gaat nu niet opgeven. Gek is dat, wat er allemaal door me heen gaat. Nog nooit heb ik op het punt gestaan om echt te stoppen. Nog nooit heb ik  gedacht, het houdt op, klaar. Dus nu ook niet. Al is het 't laatste wat ik doe. Vraag me niet waar ik het vandaan gehaald heb, maar heb mijn laatste kracht gebruikt. Nog één keer de man in de tuinstoel, ik krijg bloemen van 'm en moet weer lachten. Het grasveldje, de kerk, het café waar de muziek goed hard staat. Nu doorlopen. Ik zie de finish. Teamleden lopen me tegemoet. En ik finish! Geweldig gevoel!

Ik ben er aan begonnen, heb pijn gehad en ben doorgegaan. Dit is wat ik wil. Dit is wat ik blijf doen maar dan nog veel beter. Ik wil mijn techniek verbeteren, veel sterker worden en sneller. Dat is waar ik nu voor train. Met een trainer die schema's voor me maakt en me vertelt hoe ik beter en sterker wordt. Volgend jaar weer 1/4 triathlons en misschien wel een halve. En als het dan nog steeds heel goed gaat, misschien over een paar jaar de hele afstand.
Wie weet, niets is onmogelijk.

1 opmerking: